ondersteuning bij verlies

Rouwtaken

Ondersteunend bij verlies

Omgaan met de vele ROUWTAKEN

Stichting Slachtofferhulp heeft daar uitgebreid over geschreven, hieronder de inhoud.

 

Dierbaren die midden in het leven worden weggerukt, kinderen die komen te overlijden, een geliefde die zelfmoord pleegt. Hoe ga je daarmee om? Een onverwacht verlies, maar ook het wegvallen van iemand op leeftijd, brengt complexe emoties en uitdagingen met zich mee.

Er is lange tijd gezegd dat in ieder rouwproces een aantal fases onderscheiden kunnen worden. Elk met een duidelijk begin- en eindpunt, en met vaste reacties die daarbij horen. Denk aan ongeloof, verlangen, boosheid, het besef van het verlies, het voelen van het verlies en uiteindelijk de verwerking. Deze fases volgen elkaar alleen niet altijd keurig op. Ga je door een rouwproces heen, dan kunnen deze fases daarom juist voor verwarring zorgen.

 

Rouwen, hoe doe je dat?

Iedereen die weleens rouw heeft meegemaakt zal het beamen: er is geen afsluiting van de ene fase, waarna je doorgaat naar de andere. Soms sla je een fase over. Of blijf je juist hangen. Soms ga je totaal onverwacht terug naar de eerste fase. Ieder mens gaat dus anders met een verlies om.

Er zijn wel verschillende emoties en reacties die je bij rouw kunt verwachten. Zo kun je onder andere te maken krijgen met ongeloof, ontkenning, boosheid, intens verdriet, schuldgevoel, onmacht, lichamelijke klachten, een gevoel van verdoving en eenzaamheid.

Elke situatie en ieder mens is anders, dus elk rouwproces ook. Toch zien we, in de gesprekken die we hebben met nabestaanden en psychologen en in de onderzoeken die we doen, dat bepaalde dingen kunnen helpen om langzaam maar zeker de draad weer op te pakken.

 

Tips bij rouwverwerking zijn o.a.:

  • voldoende rust nemen;
  • eigen emoties accepteren en laten gaan;
  • de pijn van het verlies doorvoelen;
  • steun zoeken bij je omgeving (en hiervoor openstaan);
  • erover praten;
  • professionele hulp zoeken als je hier behoefte aan hebt;
  • afleiding zoeken (muziek luisteren, sporten, wandelen);
  • je gevoelens van je af schrijven;
  • gezelschap blijven opzoeken.

 

Deze tips kunnen helpend zijn, maar zullen niet altijd en/of voor iedereen werken. Soms ben je er nog niet aan toe om bijvoorbeeld over het verlies te praten. Rouwverwerking gaat ook niet in één stapsgewijze beweging; het is een grillig proces. ‘Hoe rouw je?’ is dus een moeilijke vraag waar geen eenduidig antwoord op te geven is. Maar één ding is zeker: je kunt het niet goed of fout doen.

 

De 7 fases van rouw

Er wordt veel gesproken over 5 of zelfs 7 fases van rouw.

Zo zijn er volgens de Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross 5 fases van rouw.

Het rouwproces begint volgens haar met ontkenning en wordt opgevolgd door woede, het gevecht aangaan / onderhandelen, depressie en uiteindelijk aanvaarding.

 

Anderen hebben het over 7 fases van rouw.

Hier begint het proces met ongeloof, gevolgd door ontkenning, woede, het gevecht aangaan / onderhandelen, schuldgevoel, depressie en uiteindelijk acceptatie.

In de praktijk is de vorm, volgorde en duur van een rouwproces bij iedereen anders. En leidt het idee dat er vastomlijnde fases zijn soms eerder tot verwarring, dan dat het steun biedt. Sommigen geven zelfs aan te twijfelen ‘of ze wel goed rouwen’. De beschrijving van rouw in termen van vaste fases, doet dan ook geen recht aan de uiteenlopende manieren waarop rouwverwerking wordt beleefd.

 

Het rouwtakenmodel: de 4 rouwtaken

 

William Worden, Amerikaans rouwdeskundige, heeft het in plaats van rouwfasen over rouwtaken. Deze rouwtaken worden in zijn theorie bij voorkeur allemaal doorlopen, maar niet in een vaste volgorde. Krachtig aan de term ’taak’ is dat deze benadrukt dat een rouwende iets kan doen, in plaats van alleen het rouwproces te kunnen ondergaan.

Het zogeheten rouwtakenmodel gaat ervan uit dat een rouwende met de volgende 4 taken te maken heeft:

  • het verlies aanvaarden;
  • de pijn (door)voelen;
  • aanpassen aan een leven waar de overledene geen deel meer van uitmaakt, en
  • het verlies een plek geven om zonder de overledene verder te kunnen leven.

Dit zijn duidelijk moeilijke opgaven voor iemand die een dierbare heeft verloren. Niet iedereen zal alle taken kunnen of moeten volbrengen. Ook staat er geen tijd voor. Het rouwtakenmodel kan hooguit houvast geven, en inzicht in hoe een rouwproces eruit kan zien.

 

Eerste rouwtaak in het rouwproces: het verlies aanvaarden

 

Het aanvaarden van het verlies van een dierbare is ontzettend moeilijk. Vooral in het begin kan de situatie erg onwerkelijk voelen. Verstandelijk weet je misschien wel dat iemand is overleden, maar gevoelsmatig dringt het nog niet tot je door.

Niet alleen direct na het verlies kan het aanvaarden moeilijk zijn, maar ook nog lange tijd daarna. Alles wat je gewend was samen te beleven, zoals een bepaald uitje of het vieren van verjaardagen, kan zeer confronterend en pijnlijk zijn.

Zowel de duur als de mate waarin je de pijn voelt en hier last van hebt kan erg verschillen. Dit staat bovendien los van hoe oud de overledene is geworden en van de relatie die jullie hadden. Wel merken veel mensen dat het aanvaarden van het verlies met de tijd makkelijker wordt. En dat juist ook de confrontatie met het gemis, bijvoorbeeld op een verjaardag, hierbij helpt. Het is daarom goed om bij deze momenten stil te staan, over de overledene te praten en mooie herinneringen op te halen met je naasten.

 

Als het verlies aanvaarden niet lukt

Soms zien we ook dat mensen liever doen alsof het overlijden niet heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld omdat het verdriet zo intens is, en de gevolgen zo veelomvattend, dat het erg moeilijk is om de waarheid onder ogen te zien. Zo kan het zijn dat iemand nog een tijdlang de tafel voor de overledene blijft dekken, of tegen hem of haar blijft praten. Dit is een heel begrijpelijke en normale reactie. Wel kan langdurige ontkenning tot problemen leiden, want het aanvaarden en verwerken van het verlies wordt hiermee steeds moeilijker. In zo’n geval kan het verstandig zijn om hulp in te schakelen.

 

Tweede rouwtaak in het rouwproces: de pijn (door)voelen

 

Als je iemand verliest gaat dat gepaard met een pijn die door niemand kan worden weggehaald. En die ook niet altijd wordt begrepen. Alleen jij voelt en doorleeft deze pijn. Dit kan zich onder andere uiten in gemis, verdriet, angst, schuldgevoelens en boosheid. Ook kan het gepaard gaan met lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, futloosheid of misselijkheid.

De intensiteit en frequentie waarmee je de pijn ervaart, kan erg wisselen. Zo kun je het ene moment intens somber zijn en het volgende moment weer plezier hebben. Dit mag en kan ook een ontlading zijn van je emoties.

Vaak wordt gezegd dat huilen goed voor je is, en dat je het eruit mag gooien. Dit hoeft echter niet jouw manier van rouwen te zijn. Ook kan het zijn dat je weinig verdriet en pijn ervaart. Bijvoorbeeld omdat iemand op hoge leeftijd en op een vredige manier is overleden. Hoe een rouwende de pijn doorvoelt en hoe dit zich uit, is dus per persoon verschillend. Net als de manier waarop iemand ermee omgaat. De één zoekt de pijn gedoseerd op door foto’s van de overledene te bekijken, de ander zoekt liever afleiding. Bovendien is er geen afsluitdatum en kan het gemis je ook jaren later ineens overvallen. Dit hoort erbij, emoties laten zich nu eenmaal niet regisseren.

 

Als je geen pijn wil voelen

Soms is de pijn zo intens, dat je je emoties onderdrukt en herinneringen aan de overledene liever wegstopt. Dit is een logische reactie en een overlevingsmechanisme om de dag door te komen. Met name in het begin kan dit helpend zijn. Maar zou je dit op lange termijn volhouden, dan kan het juist steeds moeilijker worden om met het verlies te leren omgaan. Bovendien kan dit ook de verwerking van andere nabestaanden, zoals kinderen, belemmeren. Als het praten over of denken aan de nabestaande te confronterend blijft, kan rouwtherapie het overwegen waard zijn.

 

Derde rouwtaak in het rouwproces: je aanpassen aan een leven zonder de overledene

 

Je aanpassen aan een leven zonder de overledene vraagt veel van je. Dingen die jullie altijd samen deden, doe je nu alleen of met anderen. Daarnaast kunnen er verantwoordelijkheden zijn die je nu moet overnemen. Denk aan de administratie, het onderhouden van sociale contacten en/of de opvoeding van kinderen.

Het wegvallen van een dierbare verandert niet alleen je dagelijks leven, maar soms ook jouw identiteit. Je bent ineens weduwnaar, wees, iemand zonder beste vriend(in) of zonder zoon/dochter. Verlies je een kind? Dan verandert ook jouw vader- of moederrol. Verlies je een laatste broer of zus? Dan heb je niemand meer om bepaalde jeugdherinneringen mee op te halen. Het is daarom heel normaal als je het gevoel hebt dat je jouw plek en alle richting in het leven kwijt bent.

Het vergt tijd om te wennen aan de praktische en relationele veranderingen. En aan het nieuwe beeld dat je hebt van het leven en van de toekomst. Neem hier de tijd voor. Alleen jij bepaalt het tempo waarin jouw leven langzaam nieuwe vorm aanneemt. Ben je na het overlijden van je wederhelft bijvoorbeeld nog niet toe aan een avond alleen thuis zijn? Doe dit dan ook pas wanneer het voor jou goed voelt. Zo werk je er stapje voor stapje naartoe om weer aan het werk te gaan, met mensen af te spreken, enzovoort.

 

Als het aanpassen niet lukt

Het kan zijn dat het verlies te groot is om je aan te passen aan het leven zonder de overledene. Of dat je dit wel wilt maar blokkeert, omdat je bijvoorbeeld een angst hebt ontwikkeld voor een bepaalde plek of handeling. Dit is heel normaal. Merk je dat tijd niet helpt? Dan kan een gesprek met een therapeut uitkomst bieden.

 

Vierde rouwtaak in het rouwproces: het verlies een plek geven

 

Doorgaan met je leven staat niet gelijk aan het loslaten van de overledene. Dit wordt nog weleens met elkaar verward, maar het laatste is natuurlijk onmogelijk. Dat een dierbare is overleden betekent niet dat jullie emotionele band is opgehouden te bestaan. Daarom moet je een manier zien te vinden waarop je dit een plek geeft. Zodat je je kunt richten op een toekomst waarin het verlies niet meer centraal staat.

Bovendien betekent doorgaan met het leven niet dat je klaar bent met rouwen. Het kan zijn dat je de pijn nog elke dag voelt, of dat het je een tijd later ineens weer overvalt. Dit mag en kan allemaal bestaan terwijl je het leven weer oppakt. Met de ups en downs die daarbij horen, durf je je zo gaandeweg weer steeds meer te richten op de toekomst. Zoek je voorzichtig steeds vaker momenten van plezier op. En blijft jouw dierbare in de tussentijd in hart en hoofd aanwezig. Aandenkens en rituelen kunnen hierbij helpend zijn. Bijvoorbeeld het vieren van zijn/haar verjaardag, een mooi altaartje in huis of een bezoek aan het graf.

 

Als je het verlies geen plek kunt geven

Soms is het te moeilijk om het verlies een plek te geven. En voelt het leven weer oppakken zonder de overledene als een onmogelijke opgave. Dit kan leiden tot eenzaamheid, maar ook tot schuldgevoelens. Bijvoorbeeld als de kans zich voordoet om een nieuwe intieme relatie op te bouwen, als een onenigheid met de overledene niet is opgelost, of als je het gevoel hebt dat je hem/haar tegen de dood had kunnen beschermen. Rouwtherapie kan helpen om hiermee om te gaan.

 

 

 

Bron: Slachtofferhulp Nederland